Ons boerenhart wordt
gedreven door de natuur

Historisch boerenerf

Met een lange familiegeschiedenis.

Onze bedrijfsfilosofie

De natuurlijke kringloop staat centraal.

Het Brandrode Rund

Een Oudhollands ras met bijzondere kwaliteiten.

Natuur beheerders

Onze koeien lopen negen maanden per jaar buiten.

Natuur-inclusieve boerderij

Wij, Dennis en Annette, ondernemen op een bijzondere plek, die al vanaf 1272 wordt bewoond. Als vijfde generatie van de familie Rerink hebben we onze gehele bedrijfsvoering zoveel mogelijk gericht op de natuurlijke kringloop om het erfgoed ook voor de volgende generaties te kunnen behouden en doorgeven. Een soort van familiair rentmeesterschap.

Met respect en toewijding verzorgen wij een kudde unieke Brandrode Runderen. Dit authentieke Oudhollandse ras heeft de oerinstincten van een echte koe nog sterk in de genen. De Brandroden lopen op kruidenrijke landerijen, waar ze in alle rust gelegenheid krijgen om zich te ontwikkelen in een natuurlijke kudde. Onze werkwijze is natuur-inclusief, dus zonder gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en preventieve antibiotica. Het vlees waarvoor de runderen uiteindelijk worden gehouden is van zeer hoge kwaliteit: smaakvol met een oorspronkelijke structuur, heerlijke geur en fijne malsheid.

  • Vragen over onze koehouderij

    • Wat maakt het Brandrode Rund uniek?

      Het Brandrode Rund is oorspronkelijk een kleurslag van het Maas-Rijn-IJssel vee (MRIJ), een Oudhollands ras dat na de melkquotering dreigde te verdwijnen, doordat boeren zich gingen specialiseren met melkvee of vleesveerassen. Voor de eerdere dubbeldoelrassen was in de moderne landbouw geen plaats meer. Met een aantal enthousiaste fokkers is het Brandrode Rund tegen uitsterven behoed. Hun robuustheid, kracht en sobere leefwijze krijgen inmiddels meer waardering en het ras draagt bij aan de broodnodige diversiteit.

    • Hoe leven jullie koeien?

      We houden de Brandrode Runderen in familiekuddes. De moederdieren lopen met een jongste kroost bij de dekstier. De (dekrijpe) jeugd leeft in eigen kuddes: stiertjes en vaarsjes gescheiden van elkaar. Alle dieren lopen zoveel mogelijk buiten op kruidenrijke graslanden van onszelf en op gronden van Natuurmonumenten. In de winter gaan ze naar een hellingstal op stro. Zo kunnen de dieren altijd droog liggen en hebben we in het voorjaar mooie ruwe stalmest beschikbaar om de bodem te onderhouden.

    • Blijven de kalfjes bij hun moeder?

      Ja, de kalveren worden in het voorjaar in de strostal geboren. Zodra het weer het toelaat gaan de moeders met kalveren naar buiten toe. Ze leven het hele weideseizoen samen.

    • Wat krijgen de dieren te eten?

      Ze eten grotendeels gras en kruiden die ze in het weideseizoen zelf bij elkaar scharrelen. In de winterperiode voeren we ingekuild gras van de eigen landerijen aangevuld met wat graan of krachtvoer.

    • Hoe worden de runderen geslacht?

      Een dier wordt door onszelf naar een kleinschalige slager in een nabijgelegen dorp gebracht. We kiezen hier bewust voor om de stress van vervoer zo klein mogelijk te houden. Daarna komt het rund in technische delen terug op de boerderij. We hebben zelf een ambachtelijk slager in dienst die het vlees verder verwerkt in mooie bruikbare porties en huisgemaakte producten.